|
Op Terschelling vliegen heel wat vogels rond. Eén van die vogels is de zilvermeeuw. De zilvermeeuw is van de meeuwsoorten de soort die het meest in ons land voorkomt. Een zilvermeeuw legt 2 tot 3 donkergevlekte eieren. Na 25 tot 27 dagen komen de eieren uit. Een zilvermeeuw eet eigenlijk van alles, hij eet vis, kleine slangen, kikkers, kreeftachtigen, dode kwallen, eieren van andere vogels en zelfs volwassen vogels.
|
Ook het visdiefje kom je op Terschelling tegen. Het visdiefje is een grijze vogel met een witte keel en een zwarte kop. Het visdiefje broedt ongeveer 3 weken. Na 4 weken kunnen de kuikens al vliegen. Visdiefjes eten meestal kleine visjes, maar ook wel kleine kreeftjes, strandkrabbetjes en garnalen.
|
|
De bruine kiekendief broedt vaak in de duinen van Terschelling. De bruine kiekendief legt 4 tot 5 eieren. Na 31 tot 34 dagen komen de eieren uit. Na 35 tot 40 dagen kunnen de jongen vliegen. De bruine kiekendief eet vooral kleine zoogdieren zoals muizen, maar soms grijpt hij ook watervogels, kikkers, padden, konijnen, en zelfs vissen.
|
|
De mantelmeeuw is ook een trouwe gast van Terschelling. Het vrouwtje legt ± 3 eieren. Na 26 tot 30 dagen komen de jongen uit hun ei. De jonge vogels krijgen mosselen, konijnen, muizen, ratten en eieren te eten. De ouders zelf eten dit ook.
|
De mantelmeeuw is ook een trouwe gast van Terschelling. Het vrouwtje legt ± 3 eieren. Na 26 tot 30 dagen komen de jongen uit hun ei. De jonge vogels krijgen mosselen, konijnen, muizen, ratten en eieren te eten. De ouders zelf eten dit ook.
|
De scholekster is een mooie vogel met een zwarte kop en een rode snavel en rode poten. De scholekster wordt ook wel de bonte piet genoemd.
|