2 wetten
Voor het goed maken van de wetten heeft men 75 jaar nodig gehad.
1) De eerste kinderwet is ontworpen door dhr. Samuël van Houten, die van 1869 tot 1894 lid was van de tweede kamer. Hij was politicus en ook een jurist. Die wet heette "de wet op de kinderarbeid" (uit 1874), deze wet verbood het werken van kinderen onder de 10 jaar in fabrieken enzo. Nu wordt die wet vaak het "kinderwetje van van Houten" genoemd. De leeftijdsgrens voor kinderarbeid is nu 15 jaar. Toen de kinderarbeid afgeschafd werd, werd ook de kinderbijslag ingevoerd. Dit werd gedaan om er voor te zorgen, dat de gezinnen toch geld kregen, zodat de kinderen naar school konden.
2) In 1905 zijn er nog 3 kinderwetten ingevoerd.
De eerste.Vroeger bestond alleen de vaderlijke macht. Nu werd in het burgerlijk wetboek de ouderlijke macht ingevoerd, de moeder kreeg dus ook wat te zeggen. Verder werd het mogelijk om ouders uit hun ouderlijk macht te ontzetten en werden de voogdijraden ingevoerd. Als de ouders uit de ouderlijke macht ontzet waren, dan moesten de voogdijraden voor de kinderen zorgen. Deze wet werd op 6 februari 1901 voorgesteld.
De tweede: Vroeger werden kinderen bestraft alsof het volwassenen waren. Een nieuwe wet, de "Strafrechterlijke kinderwet" zorde voor speciale straffen voor kinderen:
Deze wet is op 12 februari 1901 voor gesteld als wet.
De derde: Er zijn maatregelen getroffen alleen maar voor kinderen (de kinderbeginselenwet). Deze wet zorgt er b.v. ook voor dat de voogdijraden geld van de regering kunnen krijgen.
Sindsdien zijn er nog veel wetten bijgekomen, maar deze wetten kunnen we de basis noemen voor de jeugdrechten van nu en de jeugdbescherming van nu. Er wordt nog steeds gekeken of de wetten verbeterd kunnen worden.